Veelgestelde Vragen

Autobanden zijn het enigste contact tussen de auto en de weg.

Sturen: De band stuurt de auto met precisie, ongeacht de staat van de ondergrond en de weersomstandigheden. De stabiliteit van de baan van de auto hangt af van de koersvastheid van de band. Elke auto heeft een bepaalde bandenspanning per wielas. Door deze regelmatig te (laten) controleren, zorgt u ervoor dat de koersstabiliteit goed blijft.
 
Dragen: Een autoband draagt meer dan vijftig maal zijn eigen gewicht. Hij biedt weerstand aan grote belastingen bij het optrekken of remmen.
 
Dempen: Een band is erg soepel. Hierdoor absorbeert hij obstakels en oneffenheden van de ondergrond, waarbij hij bij de juiste bandenspanning zorgt voor het comfort van de bestuurder en de passagiers, evenals de levensduur van de auto.
 
Rollen: Een goede band op de juiste bandenspanning en met voldoende profiel rolt regelmatiger en zekerder met minder rolweerstand voor een groter rijplezier en een zuiniger verbruik.
 
Overbrengen: De band brengt krachten over: het nuttig vermogen van de motor en de krachten bij het remmen. De kwaliteit van de paar vierkante centimeters die in contact staan met de ondergrond bepaalt de mate waarin de krachten worden overgedragen.
 
Duurzaam rijden: Een goede band draagt bij aan de duurzaamheid van uw auto in het algemeen en zijn eigen duurzaamheid in het bijzonder. De bandenspanning, belasting, rijstijl, conditie van de weg en de gemiddelde snelheid waarmee u rijdt, zijn factoren die de duurzaamheid bepalen. 

De band is een composiet, dat wil zeggen een samenvoeging van materialen met verschillende eigenschappen. Het synthetisch rubber vormt een zeer luchtdichte laag die functioneert als binnenband. De karkaslaag bestaat uit dunne textielkoorden die in rechte bogen op het rubber worden vastgezet. Ze spelen een sleutelrol in de structuur van de band en zorgen ervoor dat hij bestand is tegen de spanning. Het vulrubber voor de hielzone geeft de motor- en remkoppels van de velg door naar het contactvlak met de ondergrond. De zijwanden van soepel rubber beschermen de band tegen schokken die het karkas zouden kunnen beschadigen, zoals het stoten tegen stoepranden. Een harde rubbersoort zorgt voor de verbinding tussen de band en de velg. De loopvlaklaag versterkt de band met zeer sterke dunne staalkoorden die kruislings en schuin boven op elkaar zijn bevestigd. De kruising van deze koorden met de koorden van het karkas vormt driehoeken die niet vervormd kunnen worden. Deze driehoekschakeling zorgt voor de stijfheid van het loopvlak. Het loopvlak wordt boven op de loopvlaklagen geplaatst. Dit deel van de band, dat een profiel krijgt, maakt contact met de weg. Op het gedeelte waar de band in contact staat met de ondergrond moet het loopvlak bestand zijn tegen grote krachten. Het mengsel waaruit dit contactvlak bestaat moet goede grip geven op alle soorten ondergrond, moet bestand zijn tegen afslijting en afschuring en mag niet al te warm worden. Tot slot moet het profiel gemaakt worden en moet het geheel gevulkaniseerd worden om de hele verbinding goed stevig te maken.

U hebt zelf veel invloed op de conditie van uw band. Houd de band op de juiste bandenspanning. Wissel ook uw banden regelmatig van voor naar achter. Regelmatig bandenonderhoud is een eenvoudige en goedkope manier om overmatige slijtage te voorkomen en de levensduur van uw banden te verlengen.

Een versleten band brengt uw veiligheid op de weg in gevaar. Uw remweg kan wel tweemaal langer zijn dan bij een volledig profiel en ook de kans op aquaplaning neemt fors toe. De wettelijke minimale profieldiepte voor alle personenwagenbanden in Europa is 1,6 mm.
 
Tussen 1,6 en 2,5 mm krijgt de autobezitter bij de APK-keuring het advies om de band te vervangen. Maar al vanaf 3 mm worden de risico’s (slippen, extra remweg) stukken hoger. Controleer dus regelmatig uw profieldiepte.
 
Let op, voor winterbanden is de minimale profieldiepte 4 mm. Is dit minder, dan wordt deze band niet meer gezien als winterband en kunt u een bekeuring krijgen.(buiteland)

Deze geven de maat en de kenmerken van de band aan.
Een voorbeeld: 195/65R15 91H.

195: staat voor breedte van de band in mm van zij tot zij in opgepompte toestand
65: staat voor  verhouding tussen de hoogte en de breedte van de band uitgedrukt in %
R: staat voor ‘Radiaal’, de constructie van de band.
15: buitendiameter van de velg, uitgedrukt in inches (1 inch = 2,54 cm)

91 H: Speed-Load index. H is de snelheidsindex: geeft de maximale snelheid aan die met de band gedurende korte tijd gereden mag worden.
 
snelheidscodering
 J :  tot 100 km/u
 N :  tot 140 km/u
 P :  tot 150 km/u
 S :  tot 180 km/u
 H :  tot 210 km/u
 V :  tot 240 km/u
 W :  tot 270 km/u
 Z :  boven 240 km/u
 
91 is de Load Index (LI): geeft aan wat het maximale gewicht is dat de band mag dragen. Elke LI waarde staat voor een bepaalde belasting van de band bij een bepaalde bandenspanning. De waarde is af te lezen in een tabel. De gemonteerde banden moeten in ieder geval minimaal de in de instructieboekjes vermeldde LI waarde hebben. Een hogere LI waarde is uiteraard toegestaan. Als er nog “Versterkt” of “Re-inforced” vermeld staat, betekent dit dat de band nog extra draagvermogen bezit.